Adriaen van der Spelt werd omstreeks 1630 in Leiden geboren als zoon van de oorspronkelijk uit Gouda afkomstige glazenmaker Job Adriaensz. van der Spelt.[1] Hij was waarschijnlijk omstreeks 1644 een leerling van de Goudse schilder Wouter Crabeth.[2] Hij is vooral bekend geworden als schilder van (bloem)stillevens. In 1658 werd hij lid van het schildersgilde in Leiden. Daarna vestigde hij zich als kunstschilder in Gouda. Van 1664 tot 1670 schilderde hij in Berlijn aan het hof van de Frederik Willem van Brandenburg, keurvorst van Brandenburg.
Na zijn Berlijnse periode keerde hij terug naar Gouda. Hij trouwde aldaar voor de derde keer met een - volgens de Goudse geschiedschrijver Ignatius WalvisGroeningsch quaadaardig wijf (= een kwaadaardige vrouw uit Groningen).
Walvis, Ignatius in: Beschryving der stad Gouda, blz. 338, Leiden, 1713 (herdruk 1972)
Schouten, Jan"Goudse schilderkunst in de tweede helft van de zestiende en de eerste helft van de zeventiende eeuw" in "Gouda, zeven eeuwen stad", Gouda, 1972
Noot
↑Deze Job van der Spelt was in 1630 in Leiden getrouwd met Saertgen Aelbertsdr van Henberch en vestigde zich aldaar.
↑Schouten betwijfelt echter of dit wel kan kloppen, omdat Van der Spelt in het overlijdensjaar van Crabet - 1644 - pas veertien jaar oud was (Schouten 1972:413/414)