Op 8 mei 1945 werd bekend dat Nazi-Duitsland zich de dag voordien onvoorwaardelijk had overgegeven en kwam een einde aan de Tweede Wereldoorlog in Europa. Deze dag werd uitgeroepen als Victory in Europe Day of V-dag. Er werd gevierd in België. Het land was echter al bevrijd sinds september 1944 en de situatie was voor veel inwoners toch niet zo positief als gehoopt – de materiële omstandigheden waren nog moeilijk, veel gevangenen kwamen niet terug, en de koningskwestie verdeelde het land – waardoor de overgave van de Duitsers misschien minder buitenissig werd gevierd dan de bevrijding, of dan het geval was in andere landen.[1]
Hoewel 8 mei een officiële feestdag werd, gaf ze geen aanleiding tot grote vieringen in de jaren na de oorlog. Ook in verzetskringen werd eerder de bevrijding gevierd dan de overgave. Tot 1974 sloten overheidsdiensten en scholen een dag de deur. In 1974 beperkte de regering-Tindemans als besparingsmaatregel en in de context van de staatshervormingen het aantal feestdagen tot tien en in 1983 schrapte de regering-Martens V 8 mei officieel. De herdenking van de Tweede Wereldoorlog viel zo volledig samen met die van de Eerste Wereldoorlog op 11 november.[1][2] Eerste minister Jean-Luc Dehaene pleitte er later vergeefs voor om van 8 mei 1995, vijftig jaar na de overgave, een feestdag te maken.[1]
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt het Irisfeest, het feest van de gemeenschap, sinds 2003 telkens gevierd op of rond 8 mei, ten dele als teken dat Brussel "zich verzet tegen alle vormen van extremisme". Sinds 2019 is het er een officiële feestdag voor ambtenaren.[3][4]
Oudstrijders- en patriottische verenigingen zoals de Nationale Strijdersbond organiseren op 8 mei traditioneel kleinschalige herdenkingsceremonies en bloemenhuldes aan oorlogsmonumenten. Sinds de jaren 2020 vinden er opnieuw herdenkingen plaats die het belang van herinneringseducatie en antifascisme benadrukken.